Om investeringen te kunnen doen lenen wij geld. Wij moeten over deze leningen rente betalen. Dit kunnen leningen zijn die we over een lange tijd afbetalen (meer dan 1 jaar) of leningen die we over een korte tijd afbetalen (binnen 1 jaar). De rente op kortlopende leningen is lager dan bij langlopende leningen. Momenteel krijgen we zelfs geld voor kortlopende leningen (negatieve rente). De rentekosten rekenen we toe aan de activiteiten waar de kosten van de investeringen staan. Hier staat budget waaruit de rentekosten worden gedekt. Het gaat bijvoorbeeld om de grondexploitatie, onze gebouwen en parkeergarages, het wagenpark, inventaris, maar ook ICT hardware en software. De rentebaten zijn inkomsten over leningen die wij aan andere partijen geven. Gemeenten mogen in principe geen leningen verstrekken, behalve als dit voor de uitvoering van gemeentelijke taken of voor verbonden partijen die zelf geen geld bij de bank kunnen lenen. De rentebaten zijn met name inkomsten op de leningen aan de Floriade BV. We vergoeden ook rente aan onze reserves waaruit we de kapitaallasten van investeringen betalen. De rente over onze reserves en onze voorzieningen wordt ook wel bespaarde rente genoemd. Omdat we eigen vermogen en voorzieningen hebben hoeven we namelijk minder leningen aan te trekken. De bespaarde rente staat daarom als baat in de begroting. |
---|
bedragen x € 1 miljoen | ||||||||||||||
realisatie | begroting | |||||||||||||
kostensoort | lasten 2020 | baten 2020 | lasten 2021 | baten 2021 | lasten 2022 | baten 2022 | lasten 2023 | baten 2023 | lasten 2024 | baten 2024 | lasten 2025 | baten 2025 | lasten 2026 | baten 2026 |
inkoop | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |||||||
overig | 0,0 | 0,0 | ||||||||||||
rente | 12,6 | 0,6 | 11,9 | 0,7 | 11,5 | 0,8 | 13,1 | 0,8 | 16,1 | 0,8 | 15,0 | 0,8 | 17,2 | 0,8 |
toegerekende rente | -12,7 | 0,3 | -12,2 | 0,6 | -11,3 | 0,6 | -11,2 | 1,2 | -12,4 | 1,9 | -11,2 | 2,5 | -11,6 | 3,2 |
kapitaallastenreserve | 0,5 | 0,6 | 0,7 | 1,3 | 2,0 | 2,6 | 3,2 | |||||||
totaal | 0,4 | 1,0 | 0,4 | 1,3 | 0,9 | 1,4 | 3,3 | 2,0 | 5,9 | 2,7 | 6,5 | 3,3 | 9,0 | 4,0 |
Is deze activiteit door ons beïnvloedbaar en zo ja, in welke mate?
Deze activiteit is: | 1% tot 25% beïnvloedbaar | ||
De rentekosten zijn niet door ons te beïnvloeden. Wel kunnen wij kiezen om meer lange geldleningen aan te trekken. De rente van deze leningen is hoger, maar het renterisico is lager. Dit komt doordat deze lening langer vast staat. Dit betekent dat we langer de tijd hebben om de lening terug te betalen en de rente in deze periode gelijk blijft. Het aanhouden van de buffer voor rentestijgingen is eigen beleid. Dit kunnen we volledig beïnvloeden. Maar als we geen buffer hebben, zal de stijging van de rente direct leiden tot een tekort in de begroting. |
Maatschappelijke gevolgen
We nemen geen maatschappelijk gevolg op omdat deze activiteit bijna niet beïnvloedbaar is. |
---|
Wat zijn de externe factoren (risico’s) die de activiteit kunnen beïnvloeden?
|
---|