Er zitten nog veel onzekerheden in de begroting van de jeugdhulp
Dit komt door een aantal ontwikkelingen:
- Het budget voor de jeugdhulp daalt met € 13 miljoen door landelijke bezuinigingen van uit het Rijk. We gaan er vanuit dat we deze bezuinigingen volledig kunnen invullen. Maatregelen moeten door het Rijk nog worden doorgevoerd.
- We kiezen het uitgangspunt dat de kostengroei structureel 1,5% is en daarmee gelijk ligt aan de groei van de stad. Dit is ons doel, maar of dit kunnen waarmaken is onzeker. De kostengroei is de afgelopen jaren 15% of meer geweest per jaar. We moeten dit realiseren door onze gemeentelijke bezuinigingen in te vullen. Hiervoor zijn 10 maatregelen doorgevoerd. Maar we kunnen de effecten daarvan niet in geld uitdrukken. Daarom zijn deze besparingen nog niet hard te maken.
We stellen de begroting voor de jeugdhulp en andere onderdelen bij
Het gaat hierbij onder andere om verwachte hogere prijzen bij de jeugdhulp vanaf 2023. Ook is er extra inzet nodig voor de implementatie van de inkoop Wmo 2023. Ook nemen we een reservering op voor mogelijk extra kosten door vertraging van de aanbesteding van de jeugdhulp en Wmo. Als laatste verwachten we een kleinere stijging van de kosten van het beschermingsbewind.
bedragen x € 1.000
progr | omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | structureel |
---|---|---|---|---|---|---|---|
jeugdhulp met verblijf | |||||||
P04 | verwachte stijging tarieven en groei van de stad | -2.400 | -2.700 | -3.100 | -3.500 | -3.500 | |
P04 | maatregelenpakket jeugdhulp met verblijf | -750 | |||||
P04 | jeugdzorg plus locatie | -121 | |||||
P04 | faillissement Flevostate | -141 | |||||
jeugdhulp zonder verblijf | |||||||
P04 | verwachte lagere volumegroei en hogere tarieven | 5.500 | 2.500 | ||||
P04 | terugbetaling onderwijs jeugdhulp arrangementen | 175 | |||||
overig | |||||||
P04 | extra kosten implementatie inkoop Wmo | -700 | |||||
P04 | risico implementatiefase inkoop Sociaal domein | -1.200 | |||||
P05 | beschermingsbewind | 453 | 349 | 242 | 133 | 21 | |
totaal | 3.216 | 449 | -2.458 | -2.967 | -3.479 | -3.500 |
Jeugdhulp met verblijf
Verwachte stijging tarieven en groei van de stad
Er gaat vanaf 2023 een nieuw contact lopen. Bij het oude contract betaalden we een vast bedrag. Bij het nieuwe contract gaat we betalen op basis van geleverde uren zorg. Wij zien vier ontwikkelingen die een financieel gevolg gaan hebben op de inkoop 2023.
- In het nieuwe contract houden wij rekening met reële tarieven. De verwachting is dat de reële tarieven hoger liggen dat de tarieven die nu worden gehanteerd. De nieuwe tarieven worden door een extern adviesbureau opnieuw bepaald. We verwachten hierover in het tweede kwartaal meer duidelijkheid te hebben. We rekenen nu met een verhoging van 5%.
- Een nieuw onderdeel in de aanbesteding is het 24-uurs ambulante team. Dit is een nieuw product om kinderen in de thuissituatie intensieve zorg te kunnen bieden als dit nodig. De druk op de jeugdhulp met verblijf is op dit moment heel hoog. Doel is in eerste instantie om wachtlijsten weg te werken en knelpunten te voorkomen. We houden daarom nu nog geen rekening met een afbouw van het aantal bedden. We hebben daarom de extra uitgaven structureel opgenomen. Uiteindelijk moet het gebruik van de jeugdhulp met verblijf, en dus het aantal bedden, wel afnemen.
- Ook houden we vanaf 2023 rekening met een jaarlijkse groei van het budget. Tot en met 2022 is er een vast budget voor de jeugdhulp met verblijf (lump sum). Vanaf 2023 gaan we weer per zorg per uur vergoeden. Doordat het aantal jongeren toeneemt door de groei van de stad nemen de kosten ook toe. Deze groei is ongeveer 1,5% per jaar. Deze groei begroten we nu structureel. Voor 2023 houden we rekening met 3% groei. Dit doen we omdat de kans reëel is dat in het eerste jaar er nog zorg nodig is die nu niet in beeld is.
- In Flevoland voeren we sinds 2016 het programma Ontwikkeling zorglandschap Flevoland. Doel is om de zorg te verbeteren. In 2019 heeft de jeugdhulpregio Flevoland hiervoor ongeveer € 3 miljoen van het rijk gekregen. In 2023 is dit eenmalige geld op. We willen doorgaan met de Flevo Academie Jeugd en de regionale experttafel jeugd Flevoland. Voor Almere bedragen de kosten € 0,2 miljoen. Deze kosten zijn onvermijdelijk, omdat de regiovisie al is vastgesteld.
Maatregelenpakket jeugdhulp met verblijf
We zijn maatregelen aan het doorvoeren om de druk op de jeugdhulp met verblijf af te bouwen. Dit willen we doen door jeugdigen sneller te laten uitstromen uit de jeugdhulp of door te laten stromen naar andere vormen van zorg of begeleiding. Een belangrijke maatregel hierin is intensieve ondersteuning in de thuissituatie (intensief ambulant). Ook zetten we in op het versterken van de regie op nieuwe cliënten met het doel om uithuisplaatsing te voorkomen of alternatieven oplossingen te vinden. Hiermee proberen we het knelpunt (risicodossier) voor 2022 zo klein mogelijk te houden. Als we deze maatregelen niet nemen is de kans dat we het risicodossier beperkt kunnen houden kleiner.
Jeugdzorg plus locatie
Jeugdzorg plus is een vorm van gesloten jeugdhulp voor jeugdigen waarbij lichtere vormen van jeugdhulp niet toereikend zijn. Zonder behandeling vormen zij een risico voor zichzelf of hun omgeving. Landelijk is afgesproken dat jeugdzorg plus voor de regio’s Flevoland en Utrecht wordt ondergebracht op de nieuwe locatie in Maarsbergen. Om te zorgen dat ook de huisvesting voor passend onderwijs voldoet aan de veiligheidseisen zijn aanpassingen nodig. We hebben in de regio afgesproken dat we deze eenmalige investering in 2022 samen betalen.
Faillissement Flevostate
Op 8 februari 2022 is Flevostate failliet verklaard. De Aankoopcentrale moet nog € 282.000 ontvangen van deze aanbieder. Deze vordering is van de gemeente Noordoostpolder (NOP). Nu de aanbieder failliet is, kunnen we dit geld niet terug krijgen. We hebben met de gemeente Noordoostpolder afgesproken dat Almere de helft van de lasten draagt.
Jeugdhulp zonder verblijf
Verwachte lagere volumegroei en hogere tarieven
Net als bij de jeugdhulp met verblijf hebben we ook hier gerekend met een verwachte prijsstijging van 5%. Ook verwachten we dat het aantal uren zorg per jaar toeneemt. De afgelopen jaren bedroeg de groei 15% per jaar en meer. Maar in de 2e helft van 2021 was de kostenstijging nog 'maar' 6% ten opzichte van de 2e helft van 2020. We gaan er van uit dat de kostengroei in 2022 6% blijft en vanaf 2023 verder daalt naar 3% en vanaf 2024 daalt naar 1,5% per jaar. Dat laatste percentage komt overeen met de groei van de stad.
In de begroting hielden we voor 2022 tot nu toe rekening met een kostenstijging van 15% en in de jaren daarna volgden we het extra geld da we van het Rijk hadden gekregen. Omdat we in 2022 en 2023 nu uitgaan van een lagere kostengroei hebben we een voordeel.
Terugbetaling onderwijs jeugdhulp arrangementen
We krijgen geld terug voor een onderwijs jeugdhulp arrangement die in 2019 is gestopt. We hadden geld gegeven voor aanpassingen van een gebouw. Dit gaat niet door.
Overig
Beschermingsbewind
Het afgelopen jaar is er ongeveer € 0,25 miljoen minder uitgegeven aan beschermingsbewind dan begroot. De kosten stijgen veel minder dan verwacht. We verwachten dat de kosten na corona weer gaan toenemen. De toename zou wel beperkt moeten zijn doordat:
- er wordt ingezet op vroegsignalering
- we samenwerking met de bewindvoeringsbureaus (convenant)
- en omdat de wet is aangepast en bewindvoering maar voor een bepaalde termijn wordt toegewezen.
Extra kosten implementatie inkoop WMO
Bij de aanvraag is kritisch gekeken naar inzet vanuit de eigen organisatie en beschikbare middelen, alleen de noodzakelijke extra inzet waar geen middelen voor zijn ligt nu op tafel. De aanvraag gaat om:
- tijdelijke versterking organisatie voor succesvolle invoering van nieuwe werkwijze en contracten;
- versnelling aanbrengen bij invoering van maatregelen, zoals collectieve uitleen scootmobielen (CUS);
- zorgvuldig vervolgtraject na aanbesteding voor onze cliënten, aanbieders en de eigen organisatie.
De aanvraag is onvermijdelijk omdat we zonder een goede voorbereiding achteraf veel extra kosten moeten maken. Een slechte voorbereiding kan ook gevolgen hebben voor de zorgcontinuïteit aan cliënten.
Risico vertraging inkoop sociaal domein
We hebben een nieuwe risico opgenomen voor de vertraging van de inkoop sociaal domein. Hiervoor reserveren we € 1,2 miljoen in de risicoreserve. Het risico is hieronder toegelicht als onderdeel van alle risico’s binnen het sociaal domein.
Risico's jeugdhulp waarvoor we structureel geen geld opzij zetten
Het uitgangspunt is dat we de jeugdhulp binnen de budgetten die we van het Rijk krijgen uitvoeren. Het deel waarvan we vrijwel zeker weten dat dit niet mogelijk is hebben we opgenomen onder de knelpunten. Er blijven hierna nog forse risico's over. Deze tellen op tot ruim € 22 miljoen structureel. Deze risico's hebben vooral te maken met de kostenontwikkeling en de invulling van onze eigen bezuinigingen en de Rijksbezuinigingen. We hebben hier in de programmabegroting 2022 wel incidenteel geld voor opzij gezet, maar geen structureel geld. In de tabel hieronder zijn de risico's opgenomen:
bedragen x € 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Risico’s waarvoor een incidentele reservering is opgenomen | ||||
volumegroei /invullen eigen taakstellingen | -2.000 | -5.000 | -9.000 | -10.000 |
vertraging inkoop sociaal domein | 2.000 | |||
vereenvoudiging jeugdbeschermingsketen | -4.700 | |||
eigen bijdragen jeugdhulp | -1.600 | -8.000 | -8.000 | |
wijziging woonplaatsbeginsel | pm | pm | pm | pm |
Kosten implementatie jeugdhulp | pm | pm | ||
totaal | -4.000 | -6.600 | -17.000 | -22.700 |
We hebben voor twee risico’s een incidentele reservering opgenomen. We leggen hieronder uit waarom we dit hebben gedaan.
We moeten de volumegroei beperken, maar de bezuinigingsmaatregelen zijn niet hard
In de begroting gaan we er vanuit dat de volumegroei structureel 1,5% is voor de jeugdhulp met verblijf en de jeugdhulp zonder verblijf. Dit is gelijk aan de groei van het aantal jongeren door de groei van de stad. De kosten per jeugdige mogen dus niet stijgen. Hierin zit een groot risico, omdat de kosten de afgelopen jaren met 15% of meer zijn gestegen. We zien voor het eerst wel een daling naar een kostenstijging van 6% in de 2e helft van 2022 ten opzichte van de 2e helft 2021. De bezuinigingsmaatregelen zijn nog niet hard. De bezuiniging staat daarom ook op rood in de bezuinigingsmonitor. Het is dus noodzakelijk om deze maatregelen op tijd in te voeren. Als de volumegroei jaarlijks 6% blijft dan nemen de kosten toe met structureel € 10 miljoen in 2026. In totaal nemen de kosten in de jaren 2023-2026 met 5 26 miljoen toe. Voor dit risico hebben we risicoreservering van € 5,2 miljoen eenmalig opgenomen (20%). Hiermee kan dus alleen vertraging in het doorvoeren van de maatregelen worden opgevangen. Deze reservering hadden we bij de programmabegroting 2022 ook al opgenomen.
We hebben een nieuwe risico opgenomen voor de vertraging van de inkoop sociaal domein.
Bij de Wmo zijn de stappen en benodigde inzet in beeld om te komen tot een succesvolle implementatie. Voor de jeugdhulp zijn we nog niet zo ver en zijn we nog druk bezig om de documenten voor de aanbesteding gereed te krijgen. Bij beide inkoopprocessen lopen we het risico op vertraging. Als de implementatie vertraagt dan zullen we in 2023 extra kosten moeten maken. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor projectleiding en implementatie van de nieuwe contracten. Ook zullen er dubbele kosten worden gemaakt voor bijvoorbeeld het langer ondersteunen van het huidige financieel systeem van de Wmo en jeugdhulp. De extra kosten schatten wij in op € 2 miljoen. De kans dat vertraging zich voordoet is groot. We reserveren daarom € 1,2 miljoen in de risicoreserve (60%).
We hebben voor een aantal risico’s geen reservering opgenomen. We leggen hieronder uit waarom we hiervoor geen geld opzij zetten
Het Rijk moet met maatregelen komen voor de jeugdbeschermingsketen en de eigen bijdragen.
Dit zijn maatregelen die landelijk moeten worden doorgevoerd. De vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen is al langere tijd een aandachtspunt. Bij de bepaling hoeveel geld gemeenten nodig hebben (besluit commissie van wijzen) is voor deze vereenvoudiging een forse landelijke taakstelling ingerekend. Het budget voor gemeenten is hiermee gekort. Voor Almere gaat het om € 4,7 miljoen.
Het invoeren van eigen bijdrage voor de jeugdhulp is de belangrijkste maatregel voor de extra bezuiniging van € 500 miljoen die het kabinet in het regeerakkoord heeft opgenomen. Voor Almere gaat het om € 8 miljoen. De 1e en 2e kamer moeten nog een besluit nemen over het invoeren van eigen bijdragen. Hiervoor moet de jeugdwet worden aangepast. Hier is veel weerstand tegen, zowel maatschappelijk, als bij gemeenten als in de 1e en 2e kamer. Toch wil het kabinet de bezuiniging doorzetten. Wij gaan er daarom vanuit dat het Rijk, of via het invoeren van een eigen bijdrage of met extra budget, de bezuinigingen invult. We nemen dit neutraal op omdat het Rijk deze besparing met een concrete maatregel wil invullen. De verantwoordelijkheid ligt dus in eerste instantie bij het Rijk.
We weten nog niet hoe hoog de extra zorgkosten zijn door de wijziging van het woonplaatsbeginsel
Het woonplaatsbeginsel is per 1 januari 2022 aangepast. De kosten van de jeugdhulp wordt vanaf 2022 betaald door de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven voordat die in een jeugdhulpinstelling (of voogdgezin) werd geplaatst. Hiervoor hebben we extra geld gekregen, maar we weten dus nog niet of dit genoeg is.
We hebben nog geen kosten begroot voor de implementatie van de inkoop jeugd
Dat doen we nog niet, omdat we nog niet weten hoeveel kosten we gaan maken. We zijn op dit moment nog druk om de aanbesteding voor te bereiden en hebben nog geen beeld wat er moet gebeuren om dit vervolgens in te voeren. We verwachten hier bij de tweede kwartaalrapportage meer over te weten.