3e kwartaal

Prijsstijgingen

We hebben te maken met hoge inflatie, vooral door energiekosten

Het CPB heeft op 19 augustus de concept Macro economische verkenning (MEV) gepubliceerd. In de concept MEV staat onder andere een raming van de inflatie. Met name de stijging van de prijzen (investeringen en overheidsuitgaven) is fors. Dit komt voor een groot deel door de stijgende energieprijzen.
Onze energiecontracten lopen af en moeten opnieuw afgesloten worden. Dit gaat om kostenstijgingen van ongeveer 300% op gas en elektra en 160% op stadswarmte.

We krijgen niet genoeg geld van het Rijk om de kostenstijgingen in 2022 volledig te kunnen betalen

Het Rijk compenseert ons niet voor de kostenstijgingen die zich tussen mei en september voor doen. Hierdoor krijgen we € 4,4 miljoen minder compensatie dan dat we nodig hebben voor de kostenstijgingen. Hierop gaan we verder in bij het hoofdstuk gemeentefonds. We hebben vooral te maken met hoge prijsstijgingen tussen mei en september.  In de grafiek hieronder staat wat de verwachte kostenstijgingen in september zijn en hoeveel geld we van het Rijk hiervoor krijgen (mei)

Ontwikkeling inflatie 2022

We matigen de loon- en prijscompensatie 2023

Omdat we niet genoeg geld van het Rijk krijgen zijn we genoodzaakt om de loon- en prijscompensatie van onze budgetten te matigen. Ook kunnen we de extreme stijging van de energiekosten niet structureel betalen. In de grafiek hieronder staat de verwachte kostenstijging en de compensatie die wij nu geven.

Compensatie versus verwachte inflatie

We hebben hierbij de volgende uitgangspunten toegepast.

We begroten de hogere energiekosten voor de jaren 2023 en 2024 realistisch

Dit gaat om een kostenstijging van ongeveer € 8 miljoen. Hiervan wordt ruim € 1 miljoen betaald uit de afvalstoffen en rioolheffing en door derden. Ook gaan we er vanuit dat we nog kunnen besparen op ons energieverbruik. Hiervoor hebben we een taakstelling van 10% ingeboekt. In totaal moeten we dan nog € 6,2 miljoen betalen uit onze begroting. Vanaf 2025 gaan we er vanuit dat de energiekosten weer normaliseren. Naar welk niveau weten we nog niet

We verhogen de prijsgevoelige budgetten met 5%

We doen dit op basis van de zogenaamde ‘kerninflatie’. Dit is een inflatiecijfer van het CPB waarin de stijging van de energiekosten en voedselprijzen niet zijn meegenomen. Als we uitgaan van de kerninflatie, stijgen de prijzen 5%. Als prijsstijging inclusief de energieprijzen en voedsel is 12%. De directe energiekosten voor de gemeente compenseren we apart en deze begroten we realistisch voor 2023 en 2024. Maar in de prijzen van bijvoorbeeld aannemers zitten ook energiekosten. We zullen tijdens 2023 monitoren in welke mate we tekort komen op de prijscompensatie. Als we alle prijsgevoelige budgetten met 12% zouden compenseren kost dit ongeveer € 9 miljoen extra.

We reserveren 4,8% voor de stijging van de lonen van ambtenaren

Dit is de meest actuele inschatting van de loonstijging op dit moment. We houden dit geld achter, tot het moment dat er een nieuwe CAO ligt. De stijging van de loonkosten als gevolg van de CAO kunnen we dan uit dit budget betalen.

We geven de gesubsidieerde instellingen 5,58% loon- en prijscompensatie

Hiermee krijgen de instellingen de loon- en prijscompensatie die wij ook van het Rijk ontvangen. Ook is dit volgens de regels van onze algemene subsidieverordening (ASV). In de ASV staat dat we gesubsidieerde instellingen compenseren op basis van het inflatiepercentage uit de septembercirculaire. Zoals eerder genoemd krijgen we geen compensatie van het Rijk voor de kostenstijgingen tussen mei en september. Dit betekent dat we de instellingen niet voor de volledige inflatie kunnen compenseren. We hanteren nu een indexatiepercentage van 5,58% (mei) in plaats van 7,32% (september). Volledige compensatie zou € 2,6 miljoen structureel extra kosten.

We hebben nog een buffer van structureel € 7 miljoen om hogere kostenstijgingen op te vangen

Als we de energiekosten en alle prijsstijgingen volledig compenseren kost dit € 18 miljoen extra ten opzichte van de nu voorgestelde loon- en prijscompensatie. Dit kunnen we niet betalen. Ook weten we dat op sommige begrotingsposten deze kostenstijgingen zich niet volledig zullen voordoen. We willen daarom maatwerk gaan toepassen. We hebben nog een buffer van € 7 miljoen om hogere loon- en prijsstijgingen vanuit 2022 en 2023 op te vangen. Deze buffer kunnen we gericht inzetten voor activiteiten waar aantoonbaar de lonen en prijzen meer stijgen dan de compensatie. In volgende kwartaalrapportages zullen we hier ook aandacht aan geven.

We verhogen de salarissen van de BOA’s

De beloning van onze handhavers die wij inhuren is gelijk getrokken met de gemeentelijke CAO. Hiermee houden we ons aan de landelijke regeling gelijke arbeid, gelijke beloning (WAADI). Deze regeling houdt in dat ingeleend personeel net zo beloond moet worden als eigen personeel. In het coalitieakkoord is opgenomen dat onderzocht gaat worden of op termijn de BOA’s bij de gemeente in dienst gaan komen. We verlengen nu de contracten met 3 jaar. Op deze wijze hebben we voldoende tijd om hierover een besluit te nemen.

In de tabel hieronder staat de loon- en prijscompensatie die wij voor 2022 en 2023 geven.

bedragen x € 1.000

omschrijving

2023

2024

2025

2026

structureel

nutskosten

-6.200

-6.200

-196

-196

-196

prijzen

-9.055

-7.685

-8.034

-8.340

-8.340

lonen

-6.281

-6.292

-6.292

-6.292

-6.292

gesubsidieerde instellingen

-8.837

-8.825

-8.551

-8.448

-8.448

buffer voor hogere lonen en prijzen

-7.000

-7.000

-7.000

inzet stelpost voor lonen en prijzen

30.373

29.002

30.073

30.276

30.276

CAO verhoging BOA's

-400

-400

-400

-400

-400

totaal

-400

-400

-400

-400

-400

 

Deze pagina is gebouwd op 04/14/2023 12:23:57 met de export van 04/14/2023 11:53:05