De rentekosten blijven ook het derde kwartaal stijgen
Dit kost ons ongeveer € 2,2 miljoen extra ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit is al het derde kwartaal achter elkaar, waarbij we te maken hebben met rentestijgingen. De Europese centrale bank heeft in het derde kwartaal de rente met 0,75% verhoogd. In het vorige kwartaal gingen we er nog vanuit dat dit maar 0,25% zou zijn. Voor ons betekent dit dat wij ook meer rente moeten betalen over onze kortlopende leningen. Ook voor de langlopende leningen moeten we meer rente betalen. De rente die de gemeente moet betalen op leningen met een looptijd van 15 jaar is met 0,8% gestegen.
bedragen x € 1.000 | |||||||||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||||||
totale rentekosten | 11.559 | 13.244 | 15.847 | 14.906 | 17.146 | ||||||
geraamde rentekosten | 11.299 | 13.441 | 14.879 | 13.953 | 14.908 | ||||||
verschil | -259 | 198 | -968 | -953 | -2.238 | ||||||
Renterisico
We hebben in kaart gebracht hoe groot het risico op rentestijgingen is. Op dit moment hebben we nog geen buffer om dit risico op de vangen. De benodigde omvang van de buffer hebben we nu opnieuw berekend. We hebben de volgende bedragen nodig:
bedragen x € 1 miljoen | ||
|---|---|---|
incidentele buffer | vorig | huidig |
renterisico | 5,1 | 10,9 |
pensioen risico | -1,8 | -1,8 |
totaal | 3,3 | 9,1 |
structureel renterisico | 4,0 | 9,4 |
Het structurele risico neemt toe, omdat het verschil tussen het verwachte en het voorzichtige scenario met ongeveer 2% is toegenomen. Dit geeft aan dat de onzekerheid in de markt flink groter is geworden.
Zolang het project risicomanagement nog loopt, zijn deze tussentijdse uitkomsten ter informatie. Onze risicoparagraaf is nog gebaseerd op de oude systematiek. Daarin is het renterisico niet opgenomen en op dit moment hebben we dus nog geen buffer voor het renterisico.