bedragen x 1.000 | |||||
---|---|---|---|---|---|
risico's | restrisico | kans | risicobedrag | risicobedrag | verschil |
(A) | (B) | (A x B) | PR 2021 | ||
landelijke maatregelen jeugdhulp | 16.800 | div | pm | ||
jeugdhulp invoering eigen maatregelen | 26.000 | 20% | 5.200 | 5.200 | |
implementatie inkoop jeugdhulp | 1.000 | 60% | 600 | 1.200 | -600 |
totaal | 43.800 | 5.800 | 6.400 | -600 |
Jeugdhulp invoering eigen maatregelen
Dit risico is niet gewijzigd ten opzicht van de vorige kwartaalrapportage. Dit komt omdat we op dit moment nog niet meer weten over de effectiviteit van de bezuinigingsmaatregelen dan in het vorige kwartaal.
In de begroting gaan we ervan uit dat de volumegroei structureel 1,5% is voor de jeugdhulp met verblijf en de jeugdhulp zonder verblijf. Hierin zit een groot risico, omdat de kosten van de jeugdhulp zonder verblijf de afgelopen jaren met gemiddeld 18% zijn gestegen. We zien voor het eerst wel een daling naar een kostenstijging bij de jeugdhulp zonder verblijf van 6% in de tweede helft van 2021 ten opzichte van de tweede helft 2020. Deze daling lijkt zich verder door te zetten in 2022. Naar huidige inzichten verwachten we dat het zorggebruik in 2022 ongeveer gelijk ligt aan 2021. Hier zitten nog wel veel onzekerheden in. De declaraties van onze grootste aanbieder lopen achter. Ook kan de ontwikkeling in de tweede helft van 2022 nog anders uitpakken. Daarnaast zijn er nu juist veel onzekerheden bij de jeugdhulp met verblijf. Het is nog steeds niet duidelijk wat het effect is van de wijziging van het woonplaatsbeginsel. Ook is er nog discussie over hogere zorgkosten in 2021 en 2022 die niet binnen het contract vallen. Als laatste gaan we vanaf 2023 ook voor de jeugdhulp met verblijf het werkelijk zorggebruik betalen (p x q).
We moeten de volumegroei beperken, maar de bezuinigingsmaatregelen zijn niet hard en er zijn dus veel onzekerheden. De bezuiniging staat daarom ook op rood in de bezuinigingsmonitor. Het is dus noodzakelijk om deze maatregelen op tijd in te voeren. Als de volumegroei jaarlijks 6% blijft dan nemen de kosten toe met structureel € 10 miljoen in 2026. In totaal nemen de kosten in de jaren 2023-2026 met € 26 miljoen toe.
Beheersingsmaatregelen
Het doorvoeren van de eigen besparingsmaatregelen.
Financiële inschatting
Voor dit risico hebben we risicoreservering van € 5,2 miljoen eenmalig opgenomen (20%). Hiermee kan dus alleen vertraging in het doorvoeren van de maatregelen worden opgevangen. Deze reservering hadden we bij de Programmabegroting 2022 ook al opgenomen. Voor de andere risico's hebben we geen geld gereserveerd. Waarom we dit hebben gedaan leggen we hieronder uit.
Jeugdhulp landelijke maatregelen
bedragen x 1.000 | ||||
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
verminderen residentiële zorg |
|
|
| 3.600 |
eigen bijdragen jeugdhulp |
| 1.200 | 6.000 | 6.000 |
totaal | 1.200 | 6.000 | 9.600 |
Het Rijk moet met maatregelen komen voor de residentiële zorg en de eigen bijdragen.
De bedragen zijn aangepast op de herijking van het gemeentefonds die in de tweede kwartaalrapportage is opgenomen. Ons aandeel in de landelijke budgetten voor de jeugdhulp is kleiner geworden door de herijking. Hierdoor zijn ook de taakstellingen vanuit de landelijke maatregelen verlaagd
In het advies van de commissie van wijzen zit een maatregel om de residentiële zorg met 25% te verminderen (jeugdhulp met verblijf). Wij hadden voorheen ook een lokale maatregel om de jeugdhulp met verblijf te verminderen. Het budget van het lumpsum contract met het samenwerkingsverband was hiermee verlaagd. De afgelopen jaren is deze besparing niet gerealiseerd. De korting op het budget is ook teruggedraaid. We laten nu de kosten van de jeugdhulp met verblijf gematigd (1,5% per jaar) stijgen in de begroting. Landelijk staat deze besparing nog wel ingerekend vanaf 2026. Het budget voor gemeenten is hiermee gekort. Voor Almere gaat het om € 3,6 miljoen.
Het invoeren van eigen bijdrage voor de jeugdhulp is de belangrijkste maatregel voor de extra bezuiniging van € 500 miljoen die het kabinet in het regeerakkoord heeft opgenomen. Voor Almere gaat het om € 6 miljoen. De eerste en tweede kamer moeten nog een besluit nemen over het invoeren van eigen bijdragen. Hiervoor moet de jeugdwet worden aangepast. Hier is veel weerstand tegen, zowel maatschappelijk, als bij gemeenten als in de eerste en tweede kamer. Toch wil het kabinet de bezuiniging doorzetten. Wij gaan er daarom vanuit dat het Rijk, of via het invoeren van een eigen bijdrage of met extra budget, de bezuinigingen invult. We nemen dit neutraal op omdat het Rijk deze besparing met een concrete maatregel wil invullen. De verantwoordelijkheid ligt dus in eerste instantie bij het Rijk.
Financiële inschatting
Zoals hierboven per onderdeel als is toegelicht reserveren we geen geld voor deze risico's. Voor de landelijke besparingen moet het Rijk met maatregelen komen. We weten nog niet of het woonplaatsbeginsel ons extra geld gaat kosten en hoeveel geld de implementatie van de nieuwe contracten van de jeugdhulp ons gaat kosten.
Implementatie inkoop sociaal domein
We hebben voor de Wmo de kosten voor de inkoop en implementatie in de begroting opgenomen. Voor de Wmo komt het risico te vervallen. Voor de jeugdhulp zijn voor 2022 en 2023 € 0,5 miljoen aan kosten opgenomen om voor de inkoop van de lokale jeugdhulp. Ook is er extra budget opgenomen om de aankoopcentrale te versterken. Zij houden zich ook bezig met de inkoop van de regionale jeugdhulp. Er zitten nog diverse onzekerheden bij zowel de inkoop van de lokale als regionale jeugdhulp. We weten nog niet precies hoe de contracten eruit komen te zien en op welke wijze de systemen moeten worden ingericht. We zijn momenteel ook nog bezig met de aanschaf van een nieuw administratiesysteem voor de zorg. We verwachten dat er dus nog extra kosten gemaakt zullen moeten worden voor de implementatie van de nieuwe contracten.
Financiële inschatting
De extra kosten schatten wij in op € 1 miljoen. De kans dat we nog tegen kosten aanlopen die we nu nog niet hebben voorzien is groot. We reserveren daarom € 0,6 miljoen in de risicoreserve (60%).